Blogs

Een groot sporttoernooi is gestart: het wereldkampioenschap voetbal voor vrouwen. De trainer van het Nederlands team, Andries Jonker, vertelt over het werken met vrouwen en mannen[1]. De mannenvoetballers zijn vooral gemotiveerd omdat het spelletje om henzelf draait, vinden zij. Ze praten in ik-zinnen: ik wil spelen, ik wil een vaste basisplaats, ik wil de beste zijn, ik wil verkocht worden naar een grote club, ik wil veel geld verdienen. Hoe coach je al die ikken tot een hecht team?

Wij-gedachte
Jonker was in 2001 ook al coach van het vrouwenteam. Het viel hem toen op dat vrouwen het voetballen heel anders beleven dan mannen. Uiteraard heb je in elk team altijd verschillende karakters. Maar vrouwen zijn anders betrokken bij het team dan mannelijke collega’s, constateerde Jonker toen al. “Vrouwen denken en spreken meer vanuit de wij-gedachte”. Dat heeft Jonker als een groot contrast ervaren vergeleken met de mannenteams waar hij werkzaam was[2].
 
Intermezzo 1 De Ander Onze neoliberale leefomgeving propageert in sterke mate individualisering, het claimen van je eigen vrijheid en opkomen voor jouw belangen. Daardoor neemt de verantwoordelijk voor anderen en de omgeving (team, samenleving, natuur) af. De Franse filosoof Levinas[3] gaat daar tegenin: niet jij als individu staat centraal maar altijd de ander. Die ander kan een vraag of verlangen hebben en daar kun jij iets in betekenen. De ander kunnen we opvatten als de medemens en dus, in het betoog van Jonker, de teamleden en het totale Oranjeteam waar je deel van uitmaakt[4].
 
Denken vanuit het team
Jonker kwam weer terug in 2022 en vroeg zich af: welke invloed hebben geld, media en de individualisering op de wij-instelling van de speelsters, op de teamfocus van de Oranjeleeuwinnen. Het verschil met de mannenmentaliteit is niet veranderd; “het is nog steeds een hevig contrast”. Die vrouwen houden zich bezig met wij-vragen: wie zijn wij, wat kunnen wij, hoe passen wij het beste bij elkaar; en welke speelwijze past bij ons? Jonker voegt toe: vrouwen denken vanuit het team als geheel, vanuit de wij-gedachte. Het gaat niet alleen over henzelf als individu, zij bekommeren zich ook om hun teamgenoten: ze onderkennen veel meer dan mannen dat ze pas tot hun recht komen als de ander ook functioneert”.
 
Intermezzo 2 Ubuntu De waarnemingen van Jonker kunnen we ook associëren met de Afrikaanse Ubuntu filosofie: ‘ik ben omdat wij zijn’ en dus toon je empathie voor de anderen. Door die medemenselijkheid onderhoud je de groep, de samenleving waar je deel van uitmaakt. Je realiseert je dat jouw menszijn spiritueel is verbonden met de hele mensheid. Het Afrikaanse Ubuntu is een ethisch humanistische filosofie waarin geen tegenstelling bestaat tussen individu en groep[5]. Alles begeeft zich rond de toewijding van het denken en spreken in groepen; en een openstelling van geven en nemen; in een continu proces van ‘on becoming’ als medemens of medegroepslid.

 

Negatieve aspecten
Ziet Jonker ook negatieve aspecten bij die opstelling van de Oranjevouwen? Hij vindt dat de leeuwinnen zich vaker moeten uitspreken naar elkaar, naar de staf en naar hemzelf als coach. Teveel zit daar een rem op vanuit de gedachte: ik wil niet dat mijn teamgenoten mij als lastig ervaren. En ook: de groep moet mij niet als dominant ervaren. Voor Jonker is dat een collectief leerpunt: “ik kan het als coach niet allemaal voorkauwen en op het voetbalveld moeten zij zelf oplossingen bedenken; dáár moeten zij de juiste keuzes maken”. Jonker stelt zich bij de teambesprekingen confronterend op zodat de mondigheid van de groep toeneemt: zaken die spelen moeten op tafel.
 

Intermezzo 3 Teamontwikkeling is een dynamisch proces dat zich afspeelt tussen twee polen: veiligheid en resultaten. Veilig voelen is een noodzakelijke voorwaarde om je kwetsbaar open te stellen. Maar het is niet een voldoende voorwaarde als op die openstelling geen reflectie, ontwikkeling en resultaten volgen. De coach gaat dan meer confronteren, doorvragen en prikken; als een nar de teamleden uit hun comfortzone lokken. De spelers voelen dan dat leren soms pijn doet. Maar waar ligt dan het punt dat zij dichtklappen omdat zij zich niet meer veilig voelen? Een belangrijk punt want dan bereik je ook de beoogde resultaten niet.

Een op ontwikkeling én resultaat gerichte coach heeft feeling voor deze dynamische balans. Dynamisch, want soms meer of juist minder verlokken uit die comfortzone te komen. Bij de ene persoon op die manier interveniëren en bij de ander een andere aanpak. Naast de rol van leidinggevende coach heeft hij ook een voorbeeldrol in de wijze waarop hij feedback geeft én zelf ontvangt. De teamleden ervaren hem dan als referentie en durven ook zelf meer feedback te geven en te ontvangen bij de teambespreking. En niet alleen bij die besprekingen. Als je tijdens de wedstrijd problemen zelf moet oplossen moet je elkaar juist ook op dat moment aanspreken.

 

Ten slotte

De analyses van Jonker kunnen we als volgt samenvatten: de samenleving is individualistischer geworden en in de voetbalwereld hebben geld en de (social)media dit nog versterkt. Maar de spelopvatting van vrouwen bleven in de afgelopen jaren anders dan die van de mannen. Vrouwen denken, spreken en handelen vanuit een wij-zijn. Waarom bleef dat wij zijn een vrije consistente voortzetting? Zijn vrouwen minder gevoelig voor de ontwikkelingen die leiden tot de ikke-houding? Of zijn vrouwen ‘van nature’ meer gericht op de medemens en het geheel? Interessant om dát verder te onderzoeken. Want wat Andries Jonker signaleert zien we niet alleen bij de oranjeleeuwinnen. Des temeer zal aandacht voor pluriformiteit in de brede betekenis in teams een belangrijk thema blijven in organisaties. Maar ook pluriformiteit bij de totale groep leidinggevenden, inclusief het managementteam.

__________________________________________

[1] Trouw, Dinsdag 18 juli 2023, p. 14.
[2] Jonker werkte als (assistent)trainer voor Barcelona, Bayern München, Arsenal, MVV, Willem II, Wolfsburg en Telstar.
[3] Levinas, E. (1987). De Totaliteit en het Oneindige. AMBO: Baarn.
[4] Enkele zorgorganisaties hebben de filosofie van Levinas ingevoerd in het denken en handelen van de professionals (Keij, J. (2012) Levinas in de Praktijk.
[5] Ramose, M. (2017). Ubuntu; stroom van het bestaan als levensfilosofie. Uitgever Ten Have, Utrecht. In Nederland is Ubuntu expliciet als basis van denken en handelen bij het vrouwenelftal van FC Twente ingevoerd. Renate Jansen speelde daar en zei over Ubuntu; “het gaf ons geloof en kracht” (De Telegraaf, 23 05 ‘22). Haar collega Casparij zei toen (NOS Voetbal 13 06 ’22) in haar vooruitzicht op een debuut bij de leeuwinnen; “ik hoop dat we als team steeds meer gaan groeien en als team zo ver mogelijk komen”.
 
Volgens de Franse president Emanuel Macron is een ingrijpende transformatie noodzakelijk in de Franse economie en in de politieke moraal. Frankrijk moet niet afglijden naar een onbeduidende staat. Dat is ook niet in het belang van Europa. Macron is niet de enige die concludeert dat ingrijpende veranderingen noodzakelijk zijn in Frankrijk. Ik bespreek de volgende boeken:
Guilluy, Chr. (2015).   La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire.

Guilluy, Chr. (2016).   Le crépuscule de la France d’en haut.

Teinturier, B. (2017).  Plus rien à faire, plus rien à foutre; la vraie crise de la démocratie.

Macron, E  (2017).      Révolution; réconcilier la France.

Wesseling, H. (2012). Charles de Gaulle; De man die nee zei 1890-1970.

 

Macron, Révolution; réconcilier la France Macron

De Franse president Emanuel Macron stelt zich in het boek Révolution een zware eis omdat; "La France (...) glisse vers l'inconnu, qu'elle ne maitrise plus son destin, et perd son identité" (2017: 57) Daarom moet er een grote transformatie plaats vinden. Hij ziet slechts een weg; "produire dans notre pays et construire ainsi les conditions d'une novelle prospérité" (id. 79), want Frankrijk is volgens Macron "pas être adapté à la marche du monde" (id. 73). En dan gaat het volgens Macron niet alleen om produceren maar ook de planeet redden. Vele onderzoekers gingen Macron voor in zijn analyses.

 

Guilluy, La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire

guililluy 480 360 90De Franse geograaf Guilluy analyseert in La France périphérique (2015) de gapende kloof tussen de rijken in ‘la France des métropoles’ (zijnde de briljante vitrine van de mondialisering) en de Franse periferie, met haar rurale gebieden: 34.014 dorpjes en stadjes, die wegkwijnt. Maar in die periferie woont wel 60% van de Franse bevolking. Dit ‘France des fragilités sociales’ bestaat uit handwerkers, laaggeschoolden, werklozen, kleine boeren en zelfstandigen. Guilluy spreekt dan ook van ‘deux France’. En tussen die twee klassen bevindt zich de ‘classe moyenne’ die verder ineenzakt. Ook Macron spreekt in zijn boek over negen miljoen mensen die leven onder de armoede grens en dan vooral in de uiterste departementen die zich bevinden in de Franse zeshoek, de z.g. ‘Hexagone’.
 
Maar in ‘La France des métropoles’ zien we volgens Guilluy hoog opgeleid kader in de tertiaire sector, uitstekend geïntegreerd in de mondiale economie. Parijs Lyon Toulouse Bordeaux Nantes Rennes Strasbourg Lille. In de Parijse metropool leeft 18% van de totale Franse bevolking; zij neemt 30% van de Franse productie voor haar rekening. Tel hier drie metropolen bij en je hebt meer dan 50% van het Franse bruto nationale product.

 

Hiervan profiteren ook immigranten, in deze metropolen, en dat is 60% van hun totaal in Frankrijk. Maar wat een schril contrast met de ‘zones urbaines sensibles’ in de periferie. De «inégalité, ça marche!», zegt Guilluy (2015: 45), variërend op de naam van Macron’s partij. Die periferie gromt wel maar in Parijs weten de bestuurders niet dat die zwakke regio’s bestaan. Indrukwekkend zijn de door overheden geproduceerde rapporten met sociale plannen over deze probleemgebieden maar ze zijn allemaal in de lade beland.

 

Guilluy, Le Crépuscule de la France d’en haut

guilluy 480 360 90Een jaar later publiceert Guilluy Le Crépuscule de la France d’en haut (2016). Hij beschrijft daarin o.a. enkele regio’s die eerst werden geregeerd door linkse en later door rechtse partijen. En het hielp allemaal niets. In sommige delen bestaan de problemen al sinds de jaren zestig! Frankrijk wordt steeds meer een samenleving naar Amerikaans voorbeeld, zoals al die andere, stelt Guilluy. De middenklasse verdwijnt, de armen verpauperen en de rijken verrijken zich zonder om te zien. Hele centra in dorpjes staan te koop want meer dan 20% van de zelfstandigen heeft het al opgegeven. In de stad Nevers bijvoorbeeld staat meer dan 25% van de winkels leeg.
Guilluy komt met zijn analyses tot een sombere conclusie over de tweedeling in Frankrijk, niet alleen economisch maar ook sociaal. In de periferie zijn vrijwel geen hogescholen of universiteiten. Jongeren trekken weg naar de metropolen met weer gevolgen voor de zwakke departementen op langere termijn.
 

Teinturier, Plus rien à faire, plus rien à foutre; la vraie crise de la démocratie

teinturier 480 360 90Dat beeld komt ook naar voren bij Teinturier, algemeen directeur van onderzoeksbureau IPSOS, in Plus rien à faire, plus rien à foutre (2017). Voor zijn uitgave heeft hij de ‘prix du livre politique 2017’ gekregen. Volgens hem is een karakteristiek van de Fransen hun radicale twijfel die zij zeer geregeld tonen bij alles wat er speelt. Als men niet zo erg ontzet is, zien we een houding van ‘plus rien à faire’. Maar als men opgewonden en boos wordt, is het meer ‘plus rien à foutre’. Teinturier analyseert de regeerperioden van Sarkozy en Hollande als een ‘double désillusion’. Dan praat je wel over een tijdsperiode van tien jaar (‘deux quinquennats’) met de ene na de andere fiasco en beloftes van twee onbekwame leiders. Als wij het samen doen lukt alles, volgens Sarkozy. En Hollande wilde een gewone president zijn (past niet zo goed bij de Franse ‘grandeur’ cultuur), dan lukt het wel ... 

 

Frankrijk worstelt al veertig jaar (twee generaties dus) met een hoog werkloosheidspercentage. Volgens Teinturier is er weinig zicht op vooruitgang zolang de moraal van de Fransen niet verandert en vooral die van haar leiders. Het is een crisis van de ontbrekende wilskracht, stelt hij. Er is een charismatische leider nodig die een beroep doet op de emoties. De burgers haken steeds meer af als het gaat over politiek en democratie. De teleurstelling is namelijk diep geworteld. Dat bleek ook bij de opkomst bij verkiezingen voor het presidentschap in 2017.

 

Wesseling, De man die nee zei; Charles de Gaulle 1890-1970

gaulle 480 360 90Wesseling constateert in zijn uitstekende biografie over De Gaulle dat de Fransen niet terugverlangen naar de normen en waarden van De Gaulle, ‘le plus illustre des Français’. Maar het leidt volgens hem wel tot de vraag of door zijn opvolgers de waardigheid van Frankrijk niet in het geding is gebracht. De Fransen waren blij met Pompidou, een buitengewone Fransman bij wie alles weer normaal werd. Maar Giscard d’Estaing had een aanrijding na het zoveelste amoureus avontuur in de nacht. Nam ook nog eens diamanten aan van een minder betrouwbaar persoon. Mitterrand grossierde in maîtresses. Chirac kreeg de naam ‘monsieur trois minutes avec douche’ want hij moest al weer naar de volgende vriendin. Kreeg ook een veroordeling voor corruptie. Sarkozy: verkeerde horloges én vrienden. Een derde vrouw met blingblingminnaars en haar naaktfoto’s op internet. En Hollande? Ja, met de helm op – de gewone president.

 

Macron, Révolution; réconcilier la France

En nu maar hopen dat Macron niet verzeilt raakt in dit lijstje van Wesseling. Want Macron staat voor de uitdaging Frankrijk weer de goede richting op te stuwen. Hij maakt scherpe analyses en concludeert dat Frankrijk niet leidt onder vijanden maar onder haar eigen gebrek aan verandering, leugens en vermoeidheid t.a.v. de democratie. Speerpunten voor verbetering zijn meer investeren en produceren, beter onderwijs, arbeidsmarkt moderniseren; vermindering van de aantallen werklozen, positie van de armen verbeteren (9 miljoen met minder dan 10 euro per dag) en de EU moderniseren. En ook nog de planeet redden. Frankrijk heeft behoefte aan vitaliteit, decentralisatie en deconcentratie; “plus horizontale” (2017: 75) en “grand pragmatisme” (id. 248). Een Frankrijk dat een prominente plaats inneemt in Europa en in de wereld. Zondag 7 mei 2017 heeft Macron zich na het bekend worden van de uitslagen gewend tot de bevolking; “Je ne vous n’oublierai pas”, zei hij (id. 1). Realiseert hij zijn toekomstdroom: “nous construirons un avenir meilleur” (id. 9)?

 

Le Monde

Le Monde waarschuwt de president dat er een beeld ontstaat dat hij net als Sarkozy een president van de rijken dreigt te worden (2017). Volgens een onderzoeksbureau in Frankrijk vindt 53% van de ondervraagden dat zijn politiek gunstig is voor de gezetelde mensen. Gretig neemt de oppositie deze uitkomst over. We wachten op de daden van de president waaruit blijkt dat hij “n’oublie pas le social”.

 

Literatuur

Guilluy, Chr. (2015). La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire. Flammarion : Paris.
Guilluy, Chr. (2016). Le crépuscule de la France d’en haut. Flammarion : Paris.
Macron, E. (2017). Révolution; réconcilier la France. Inclusief toespraak van de president na de verkiezingsuitslag 7 mei 2017. Pocket: Paris.
Teinturier, B. (2017). Plus rien à faire, plus rien à foutre ; la vraie crise de la démocratie. Laffont: Paris.
Wesseling, H. (2012). De man die nee zei; Charles de Gaulle 1890-1970. Bert Bakker: Amsterdam.
Bonnefous, B et S. de Royer (2017). Macron et le piège du « président des riches»; le chef de l’état veut renouer le dialogue avec les catégories populaires, après une séquence fiscale compliquée. Le Monde, 30 septembre 2017; page 9.
De Zaak Organon
akzoDe CEO van AKZO ageert tegen het bedrijfsleven in de VS. Zij zien een bedrijf als een bouwdoos waar je het ene naar het andere bedrijf als legostenen aan toevoegt. Dat doen ze om de aandeelhouders te plezieren. Maar AKZO als jager is daar niet anders in. Zij voegde in de afgelopen jaren het zeer oer-Zweedse Nobel en het oer-Brits bedrijf ICI aan AKZO toe. Toch ook om de aandeelhouders te plezieren?
 
Daarom ook stootte AKZO een paar jaar geleden Organon af. De O van AKZO stond voor de 90-jarige multinational Organon met een rijke historie op het gebied van de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Door het sterke innovatieve karakter van Organon was zij een topspeler op het gebied van life science. Haar kwaliteitscontrole en het innovatieve vermogen hebben veel impact gehad op deze sector.
 
OrganonJaarlijks werden tientallen onderzoek contracten afgesloten met universiteiten en innovatieve researchbedrijven. Organon was dan ook een van de stimulerende aanjagers voor de overheidsinvesteringen in het Top Institute Pharmaceuticals. Met het geld van de belastingbetaler werd het onderzoek in Nederland geïntensiveerd voor farmaceutisch en biomedische onderzoek. Daarnaast was Organon een betrouwbare werkgever. Maar daar kwam een einde aan.
 
Een paar jaar geleden was de AKZO-directie bijna zo ver om Organon op de beurs te introduceren. Maar Schering-Plough uit de VS bood wat meer geld. En dat kwam de aandeelhouders goed uit. Schering plukte enkele veelbelovende producten als legosteentjes uit Organon en verkocht de rest aan Merck. Deze Amerikaanse multinational haalde op haar beurt het restant aan legosteentjes uit de research en zette de lege legodoos op de stoep voor de vuilophaaldienst in Oss. En de AKZO directie handhaafde ‘gewoon’ de O in haar bedrijfsnaam; de O van Organon dus. Het bedrijf dat het prestige van deze chemie- en coatinggigant gedurende jaren had opgevijzeld.
 
De kranten stonden er vol van; niet door concurrentie genekt maar door een eenvoudig besluit op het Amerikaanse hoofdkantoor van Merck eindigt een Nederlands industrieel icoon. De minister van economische zaken reageerde in die tijd laconiek: we kunnen ons als regering niet mengen in bedrijfsinterne aangelegenheden.
 
AKZO zal nu proberen haar legodoos van de divisie chemie in de verkoop zetten. Daarmee kan zij aardig wat geld verdienen en dus de aandeelhouders plezieren. Dus weer schuiven met legodozen en mensen. De directie hoopt dat PPG, de agressieve overnemende partij uit Pittsburgh, AKZO dan niet langer als prooi beschouwt. Maar voor hoe lang? Want niet de menselijke maat of maatschappelijke omstandigheden bepalen het spel. Het zijn de beursspelregels die het spel bepalen van het schuiven met legodozen.
 
Geplaatst 24 april 2017.
De kloof tussen geuite waarden en dagelijkse handelingspraktijken
De kloof tussen geuite waarden en dagelijkse handelingspraktijken
In veel culturen zijn de geuite waarden en strevingen positief geformuleerd. Ze zouden moeten leiden tot een betere wereld. Maar in de praktijk negeren mensen vaak deze ‘normaal-toch-waarden’ en handelen zij niet zo beschaafd. Over welke culturele waarden spreken we dan?
 
De ideale samenlevingen op grond van geuite waarden
De schrijver Marcel Möring presenteert in het boekje “Een lange weg” (over de Vrije Universiteit) een overzicht van die geuite waarden in verschillende culturen:
Talmoedische bron: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”.waarden 480 360 90
Mohammed: “Niemand van jullie is een gelovige, tenzij hij zijn naaste toewenst wat hij zichzelf toewenst”.
Hindoeïsme: “Doe niet aan anderen wat jezelf pijn zou doen en wens hen toe wat jezelf verlangt”.
Boeddhisme: “Kwets anderen niet met wat jou kwetst”.
Taoïsme: “Voor allen die goed zijn (voor mij) ben ik goed; en voor degenen die niet goed zijn (voor mij) ben ik ook goed; zodoende zullen allen ertoe komen goed te zijn”.
Griekse filosofie: “Doe niet aan anderen wat uzelf niet wenst te ondergaan. Behandel uw vrienden zoals u door hen behandeld wilt worden”.
 
Ik voeg er twee toe:
Christendom: “Behandel de mensen in alles zoals je wilt dat ze jullie behandelen”.
Kantiaanse filosofie: “Handel zo, dat de stelregel van uw wil als beginsel van een algemene wetgeving zou kunnen gelden”.
 
Normaal toch …?
Tegen deze waarden is niets in te brengen. Ze klinken beschaafd en kunnen de grondslag zijn voor een respectvolle en fatsoenlijke omgang in een cultuur. Ook kan er tussen culturen geen botsingen plaats vinden. Deze intenties vormen immers een brug tussen verschillende culturen die elkaar willen raken. Mooi, een diversiteit aan culturen en tegelijk een stevige uniformiteit in ‘zo zou de omgang behoren te zijn’.
 
Of toch niet …?
Maar ze zijn misschien zó logisch dat we er niet bij stil staan, zelfs oubollig vinden en mogelijk daarom negeren.
 
De ideale organisatiepraktijk
Ook in organisaties zie je vaak dat de (altijd als zeer positief) geuite waarden en intenties niet overeenstemmen met de dagelijkse handelingspraktijken (Van den Boom en Vinke). De vele veranderingen die zich aandienen moeten leiden tot aanpassingen in organisaties. Dat is een continu proces van leren en veranderen.
 
Managers schieten in hun heroïsche rol; “het roer moet om”, “een omslag is noodzakelijk” en “dit vereist een totale transformatie”. In hun beheers- en controledrift formuleren en presenteren zij rijtjes met nieuwe waarden vanuit de vooronderstelling dat mensen waarden-leeg zijn. En dat je de nieuwe ideaalwaarden zo maar in de hoofden, harten en handen kunt gieten.
 
Maar de geformuleerde waarden zijn vaak zo algemeen, zo weinig eigen aan de oorsprong en uniciteit van de betreffende organisatie. Daarom landen ze niet in de hersenen, raken het hart niet en blijken niet in de handelingspraktijk.
 
Boom, P. v. d. en R. Vinke (2012). Kleefstof van de menselijke maat; een nieuw perspectief voor het ontwikkelen van effectieve organisaties. Van Gorcum: Assen.
Möring, M. (2008). Een lange weg. VU Uitgeverij: Amsterdam.