Volgens de Franse president Emanuel Macron is een ingrijpende transformatie noodzakelijk in de Franse economie en in de politieke moraal. Frankrijk moet niet afglijden naar een onbeduidende staat. Dat is ook niet in het belang van Europa. Macron is niet de enige die concludeert dat ingrijpende veranderingen noodzakelijk zijn in Frankrijk. Ik bespreek de volgende boeken:
Guilluy, Chr. (2015). La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire.
Guilluy, Chr. (2016). Le crépuscule de la France d’en haut.
Teinturier, B. (2017). Plus rien à faire, plus rien à foutre; la vraie crise de la démocratie.
Macron, E (2017). Révolution; réconcilier la France.
Wesseling, H. (2012). Charles de Gaulle; De man die nee zei 1890-1970.
Macron, Révolution; réconcilier la France
De Franse president Emanuel Macron stelt zich in het boek Révolution een zware eis omdat; "La France (...) glisse vers l'inconnu, qu'elle ne maitrise plus son destin, et perd son identité" (2017: 57) Daarom moet er een grote transformatie plaats vinden. Hij ziet slechts een weg; "produire dans notre pays et construire ainsi les conditions d'une novelle prospérité" (id. 79), want Frankrijk is volgens Macron "pas être adapté à la marche du monde" (id. 73). En dan gaat het volgens Macron niet alleen om produceren maar ook de planeet redden. Vele onderzoekers gingen Macron voor in zijn analyses.
Guilluy, La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire
De Franse geograaf Guilluy analyseert in La France périphérique (2015) de gapende kloof tussen de rijken in ‘la France des métropoles’ (zijnde de briljante vitrine van de mondialisering) en de Franse periferie, met haar rurale gebieden: 34.014 dorpjes en stadjes, die wegkwijnt. Maar in die periferie woont wel 60% van de Franse bevolking. Dit ‘France des fragilités sociales’ bestaat uit handwerkers, laaggeschoolden, werklozen, kleine boeren en zelfstandigen. Guilluy spreekt dan ook van ‘deux France’. En tussen die twee klassen bevindt zich de ‘classe moyenne’ die verder ineenzakt. Ook Macron spreekt in zijn boek over negen miljoen mensen die leven onder de armoede grens en dan vooral in de uiterste departementen die zich bevinden in de Franse zeshoek, de z.g. ‘Hexagone’.
Maar in ‘La France des métropoles’ zien we volgens Guilluy hoog opgeleid kader in de tertiaire sector, uitstekend geïntegreerd in de mondiale economie. Parijs Lyon Toulouse Bordeaux Nantes Rennes Strasbourg Lille. In de Parijse metropool leeft 18% van de totale Franse bevolking; zij neemt 30% van de Franse productie voor haar rekening. Tel hier drie metropolen bij en je hebt meer dan 50% van het Franse bruto nationale product.
Hiervan profiteren ook immigranten, in deze metropolen, en dat is 60% van hun totaal in Frankrijk. Maar wat een schril contrast met de ‘zones urbaines sensibles’ in de periferie. De «inégalité, ça marche!», zegt Guilluy (2015: 45), variërend op de naam van Macron’s partij. Die periferie gromt wel maar in Parijs weten de bestuurders niet dat die zwakke regio’s bestaan. Indrukwekkend zijn de door overheden geproduceerde rapporten met sociale plannen over deze probleemgebieden maar ze zijn allemaal in de lade beland.
Guilluy, Le Crépuscule de la France d’en haut
Een jaar later publiceert Guilluy Le Crépuscule de la France d’en haut (2016). Hij beschrijft daarin o.a. enkele regio’s die eerst werden geregeerd door linkse en later door rechtse partijen. En het hielp allemaal niets. In sommige delen bestaan de problemen al sinds de jaren zestig! Frankrijk wordt steeds meer een samenleving naar Amerikaans voorbeeld, zoals al die andere, stelt Guilluy. De middenklasse verdwijnt, de armen verpauperen en de rijken verrijken zich zonder om te zien. Hele centra in dorpjes staan te koop want meer dan 20% van de zelfstandigen heeft het al opgegeven. In de stad Nevers bijvoorbeeld staat meer dan 25% van de winkels leeg.
Guilluy komt met zijn analyses tot een sombere conclusie over de tweedeling in Frankrijk, niet alleen economisch maar ook sociaal. In de periferie zijn vrijwel geen hogescholen of universiteiten. Jongeren trekken weg naar de metropolen met weer gevolgen voor de zwakke departementen op langere termijn.
Teinturier, Plus rien à faire, plus rien à foutre; la vraie crise de la démocratie
Dat beeld komt ook naar voren bij Teinturier, algemeen directeur van onderzoeksbureau IPSOS, in Plus rien à faire, plus rien à foutre (2017). Voor zijn uitgave heeft hij de ‘prix du livre politique 2017’ gekregen. Volgens hem is een karakteristiek van de Fransen hun radicale twijfel die zij zeer geregeld tonen bij alles wat er speelt. Als men niet zo erg ontzet is, zien we een houding van ‘plus rien à faire’. Maar als men opgewonden en boos wordt, is het meer ‘plus rien à foutre’. Teinturier analyseert de regeerperioden van Sarkozy en Hollande als een ‘double désillusion’. Dan praat je wel over een tijdsperiode van tien jaar (‘deux quinquennats’) met de ene na de andere fiasco en beloftes van twee onbekwame leiders. Als wij het samen doen lukt alles, volgens Sarkozy. En Hollande wilde een gewone president zijn (past niet zo goed bij de Franse ‘grandeur’ cultuur), dan lukt het wel ...
Frankrijk worstelt al veertig jaar (twee generaties dus) met een hoog werkloosheidspercentage. Volgens Teinturier is er weinig zicht op vooruitgang zolang de moraal van de Fransen niet verandert en vooral die van haar leiders. Het is een crisis van de ontbrekende wilskracht, stelt hij. Er is een charismatische leider nodig die een beroep doet op de emoties. De burgers haken steeds meer af als het gaat over politiek en democratie. De teleurstelling is namelijk diep geworteld. Dat bleek ook bij de opkomst bij verkiezingen voor het presidentschap in 2017.
Wesseling, De man die nee zei; Charles de Gaulle 1890-1970
Wesseling constateert in zijn uitstekende biografie over De Gaulle dat de Fransen niet terugverlangen naar de normen en waarden van De Gaulle, ‘le plus illustre des Français’. Maar het leidt volgens hem wel tot de vraag of door zijn opvolgers de waardigheid van Frankrijk niet in het geding is gebracht. De Fransen waren blij met Pompidou, een buitengewone Fransman bij wie alles weer normaal werd. Maar Giscard d’Estaing had een aanrijding na het zoveelste amoureus avontuur in de nacht. Nam ook nog eens diamanten aan van een minder betrouwbaar persoon. Mitterrand grossierde in maîtresses. Chirac kreeg de naam ‘monsieur trois minutes avec douche’ want hij moest al weer naar de volgende vriendin. Kreeg ook een veroordeling voor corruptie. Sarkozy: verkeerde horloges én vrienden. Een derde vrouw met blingblingminnaars en haar naaktfoto’s op internet. En Hollande? Ja, met de helm op – de gewone president.
Macron, Révolution; réconcilier la France
En nu maar hopen dat Macron niet verzeilt raakt in dit lijstje van Wesseling. Want Macron staat voor de uitdaging Frankrijk weer de goede richting op te stuwen. Hij maakt scherpe analyses en concludeert dat Frankrijk niet leidt onder vijanden maar onder haar eigen gebrek aan verandering, leugens en vermoeidheid t.a.v. de democratie. Speerpunten voor verbetering zijn meer investeren en produceren, beter onderwijs, arbeidsmarkt moderniseren; vermindering van de aantallen werklozen, positie van de armen verbeteren (9 miljoen met minder dan 10 euro per dag) en de EU moderniseren. En ook nog de planeet redden. Frankrijk heeft behoefte aan vitaliteit, decentralisatie en deconcentratie; “plus horizontale” (2017: 75) en “grand pragmatisme” (id. 248). Een Frankrijk dat een prominente plaats inneemt in Europa en in de wereld. Zondag 7 mei 2017 heeft Macron zich na het bekend worden van de uitslagen gewend tot de bevolking; “Je ne vous n’oublierai pas”, zei hij (id. 1). Realiseert hij zijn toekomstdroom: “nous construirons un avenir meilleur” (id. 9)?
Le Monde
Le Monde waarschuwt de president dat er een beeld ontstaat dat hij net als Sarkozy een president van de rijken dreigt te worden (2017). Volgens een onderzoeksbureau in Frankrijk vindt 53% van de ondervraagden dat zijn politiek gunstig is voor de gezetelde mensen. Gretig neemt de oppositie deze uitkomst over. We wachten op de daden van de president waaruit blijkt dat hij “n’oublie pas le social”.
Literatuur
Guilluy, Chr. (2015). La France périphérique; comment on a sacrifié les classes populaire. Flammarion : Paris.
Guilluy, Chr. (2016). Le crépuscule de la France d’en haut. Flammarion : Paris.
Macron, E. (2017). Révolution; réconcilier la France. Inclusief toespraak van de president na de verkiezingsuitslag 7 mei 2017. Pocket: Paris.
Teinturier, B. (2017). Plus rien à faire, plus rien à foutre ; la vraie crise de la démocratie. Laffont: Paris.
Wesseling, H. (2012). De man die nee zei; Charles de Gaulle 1890-1970. Bert Bakker: Amsterdam.
Bonnefous, B et S. de Royer (2017). Macron et le piège du « président des riches»; le chef de l’état veut renouer le dialogue avec les catégories populaires, après une séquence fiscale compliquée. Le Monde, 30 septembre 2017; page 9.