'Wachten op de grote crisis of schok, vervolgens stukken van de staat aan particuliere spelers verkopen terwijl de mensen nog niet van de schrik bekomen zijn, en daarna de 'hervormingen' in hoog tempo een duurzaam karakter geven'. Volgens Naomi Klein zijn daar de leiders in de financiële wereld en wetenschappers in de economie met ondersteuning van politici mee bezig. In haar studie de 'Shockdoctrine' presenteert zij heel voorbeelden van landen die een orkaan van veranderingen in korte tijd moesten ondergaan. En de vraag dient zich steeds weer aan: in wiens belang?
De Amerikaanse econoom Friedman bedacht de 'Shockdoctrine' om ingrijpende programma's door te voeren ten behoeve van de vrije markt. Klein beschrijft hoe het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) en de Wereldbank de weg vrij maken voor multinationals en de twee procent rijken om het economisch snoepgoed van landen over te nemen. De crisis moet ingrijpend zijn zodat de bevolking murw is en geen andere uitweg ziet dan 'privatiseren of sterven'. Het IMF recept:uitschakelen van het publieke domein, ongelimiteerde ondernemersvrijheid en terugdraaien van sociale voorzieningen in de welvaartstaat. Daartoe is een coalitie nodig van politici die dereguleren, het leger dat opstanden onderdrukt, rijke ondernemers die uitsluitend winst en aandeelhoudersbelangen nastreven en economen die staan voor het zuivere kapitalisme. Zij zijn de belanghebbenden volgens de 'Shockdoctrine'.
Keynes waarschuwde vroeger al dat de ondermijning van de munteenheid een samenleving totaal vernietigt. Maar er zijn ook andere crises en schokken die een land op haar grondvesten doen schudden. Daar geeft Klein vele voorbeelden met verwijzingen van. In Chili moest president Allende het veld ruimen. Nog voor hij ingehuldigd was verklaarde het Amerikaanse bedrijfsleven de oorlog aan zijn linkse regering. Nixon gaf opdracht 'de economie tekeer te laten gaan'. Uit de chaos die ontstond pleegde Pinochet een staatsgreep. Het leger onderdrukte tegenkrachten en economen uit Chicago zorgden voor ingrijpende hervormingen van de economie. Chili werd een economisch laboratorium waar ook veel Europese economen heen gingen (onder wie Hayek). Men kwam steeds meer tot inzicht dat De shockdoctrine het beste werkt onder een dictator omdat deze snel de veranderingen kan invoeren. 'Chile's Brave New World of Reaganomics' werd een standaardrecept om ook elders in te voeren.
Dus ook andere landen ondergingen volgens Klein de schokbehandeling met vooral in Zuid Amerika onderdrukking van de bevolking. De op voorheen op gelijkheid gebaseerde samenleving van Uruguay moest het ontgelden. De nettolonen gingen met 28 procent omlaag en martelpraktijken werden normaal onder het dictatoriale regime. Argentinië deed er nog een schep bovenop. Maar ook Bolivia moest in een razend snel tempo om: de 'Chicago boys' pasten er een oerknalmethode toe. Ook Europa was toe aan ingrijpende hervormingen: meer privatiseren en afbouw van de verzorgingsstaat. Thatcher kreeg advies van Friedman en Hayek. De situatie was ingewikkelder omdat Engeland een langdurige democratische traditie had. Maar Thatcher pakte door om haar 'samenleving van eigenaars' te vestigen.
Toen de overmacht van het Sovjetregiem in Polen wegviel bedroeg de schuld 40 miljard dollar en was de inflatie 600 procent door het economisch wanbeleid van de decennia daarvoor. President Bush feliciteerde Solidarnosc met de omwenteling. Gelijk maakte hij duidelijk dat de torenhoge schulden betaald moesten worden. Het IMF en de 'Chicago boys' kwamen met de oplossingen volgens Klein: intrekken van prijsmaatregelen en subsidies; het verkopen van staatsmijnen, scheepswerven en fabrieken aan de particuliere sector. In strijd dus met waar Solidarnosc voor stond. De regering kwam onder druk: privatiseren of sterven. En de burgers verzuchten; 'voor hulp kun je niet meer aankloppen. Je moet lijden omwille van hervormingen'. Maar de Polen hebben de hervormingen een halt toegeroepen. Zoals later ook Rusland. In Zuid Afrika wilde Mandela een 'derde weg': democratie en tegelijk de rijkdom verdelen via staatsingrijpen. Maar de schulden waren hoog en dus kwam het IMF recept naar voren. Menig stafmedewerker zei dan ook vaak; 'we hebben de staat maar waar is de macht?' Die macht was bij het IMF en de grote ondernemingen. Resultaat na tien jaar: verdubbeling van het aantal mensen dat leeft van één dollar per dag, werkloosheidspercentage van 23 naar 48%. Zuid Korea kwam in een crisis en de economen uit Chicago zeiden; 'bij de verkiezingen mogen de mensen hun stem uitbrengen maar ze krijgen geen invloed op het bestuur en de organisatie van de economie'.
En zo ging het in Thailand en Indonesië. Volgens Klein zijn economische catastrofes geen problemen maar geweldige kansen om een nieuw grensgebied voor de vrije markt te openen. Crisis opportunisme werd de leidende logica van de machtige financiële instellingen. Hoe erger de crisis hoe beter het wordt. En de vraag is steeds weer: voor wie is deze crisisverslaving goed? Het is niet juist om als boekrecensent een vergelijking te maken met de aanpak van schuldensanering in Spanje en Portugal (en de huidige resultaten) of in Griekenland. Het is aan de lezer om de strekking van de onderzoekingen van Naomi Klein met haar 'Shockdoctrine' door te vertalen naar wat actueel speelt in onze wereld.
Deze door Peter van den Boom geschreven recensie is geplaatst juli 2015 bij Managementboek.