Dominique Moïsi - De geopolitiek van emotie; over angst, vernedering en hoop en de opgave voor deze tijd

Dominique Moïsi - De geopolitiek van emotie; over angst, vernedering en hoop en de opgave voor deze tijd

De vooraanstaande politieke denker Dominique Moïsi heeft zijn eerder verschenen studie over De Geopolitieke Emoties geactualiseerd en opnieuw uitgegeven. Dominique Moïsi is als hoogleraar verbonden aan Harvard, medeoprichter van het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen en is vaak adviseur voor politici. In zijn studie De Geopolitieke Emoties presenteert hij drie emoties die de internationale politiek verklaren. In het Westen overheerst de angst, in de Arabisch islamitische cultuur is het gevoel van vernedering dominant en Azië ziet hij als continent van de hoop. Uit de strekking van zijn boek kunnen we hoop putten voor de toekomst.
 
Moïsi stelt in De Geopolitiek van Emotie niet de politieke ideologieën centraal zoals vaak in de twintigste eeuw plaats vond in de analyses. Het denken in ideologieën eindigde eigenlijk met de studie van Francis Fukuyama die voorbarig concludeerde dat het einde van de geschiedenis met de ondergang van het communisme was aangebroken. De zoektocht van veel volkeren zet zich nu voort vanuit de vraagstelling over ieders plaats in de wereld; de identiteit. En dat gaat gepaard met emoties. Moïsi komt tot drie emoties van hoop, vernedering en angst omdat deze drie nauw verbonden zijn met vertrouwen.
 
Hoop wil zeggen: wij willen en kunnen. Vernedering staat voor: wij kunnen en mogen niet. En angst: de wereld is gevaarlijk, hoe beschermen we ons nog? De drie emoties zeggen dus iets over het nationaal (zelf)vertrouwen. Hoop is aanwezig als er vertrouwen is in de eigen identiteit. Het stelt zich tegenover berusting of overgave. Zonder angst de ander en het andere tegemoet treden. Hoop is oostwaarts getrokken, stelt Moïsi. Naar China en India. Maar ook elders in Azië is hoop voelbaar en herkenbaar. Europa is steeds meer aan het verbleken terwijl Azië een soort zinnebeeld van de toekomst ontwikkelt. Het geldt natuurlijk niet alle Aziatische landen. Japan (door de omringende landen niet als Aziatisch beschouwd) lijkt steeds meer te verkrampen mede ingegeven door een vorm van natuurangst. En voor Pakistan geldt nog steeds dat het een van de meest problematische landen ter wereld is.
 
Interessant is de bespreking van vernedering in relatie tot de actualiteit in de Arabische en Islamitische landen. Vernedering wordt sterk als de overtuiging overheerst dat anderen zijn binnengedrongen in de verschillende levenssferen. Afhankelijkheid neemt dan toe en vertrouwen en zelfbepaling nemen af. Totale vernedering zonder enige hoop leidt tot wanhoop en het ontwikkelen van wraakgevoelens en vernietigingsdrang. Halverwege de middeleeuwen bevond de islam zich op haar hoogtepunt. Daarna raakte de cultuur in verval. Ze werd onderworpen aan het westers imperialisme. Het lukte niet om de vorming en ontwikkeling van de staat Israël tegen te houden. Oliepolitiek als machtsmiddel faalde. En enige eenheid in de Arabische wereld via de Liga strandde door de grote ego’s van de verschillende leiders.
 
Verdraagzaamheid tonen naar andersdenkenden hangt af, zo laat Moïsi zien, van de mate van zelfvertrouwen en zekerheid. Er zijn perioden geweest dat de islamitische wereld een grotere openstelling liet zien. De Israëliërs (eens zelf volk van de hoop, nu van angst) versterken de gevoelens van vernedering bij de Arabische bevolking met hun nederzettingenbeleid. Op dit punt ontmoeten angst (Israël) en vernedering (Arabische cultuur) elkaar. Recente confrontaties tussen het Israëlische leger en Hamas kwamen uit op een soort gelijkspel, dat de gevoelens van angst van de ene partij en vernedering bij de ander nog eens versterkt. In haar buitenlandse politiek bedient Israël zich handig van de schuldgevoelens die Europa nog steeds koestert t.a.v. de Holocaust. En de Arabische wereld legt de oplossingen voor verschillende problemen in handen van God. Maar dat is een weg ‘die uiteindelijk niets zal opleveren om de uitdagingen van de moderne tijd aan te gaan, uitdagingen waarop elke natie op aarde op de een of andere manier zal moeten reageren’, concludeert Moïsi op pagina 129).
 
Moïsi benadrukt dat de gevoelens van vernedering vooral gelden in de Arabische wereld. De zeer grote moslimpopulatie in India bijvoorbeeld wordt hier niet door gekenmerkt. Ook in Iran beginnen zelfvertrouwen en waardigheid toe te nemen. Zijn er hoopgevende ontwikkelingen voor de toekomst? Moïsi geeft aan dat de succesverhalen van mensen die het in het Westen maken kunnen leiden tot het ontwikkelen van andere perspectieven in de Arabische landen. Hij besteedt ook aandacht aan de moslims in het Westen. Velen van hen voelen vernedering en frustratie; cultureel, sociaal, politiek en economisch.
 
Ten slotte de westerse cultuur van angst. De kern van onze westerse identiteitscrisis komt voort uit de kwetsbaarheid die wij ervaren bij het relatieve verlies van onze centrale rol in de wereld. Wij zijn niet meer de baas over de rest van de wereld. Vergeleken met Europa tonen de Verenigde Staten (na een diepgaande periode van angst na de aanslag op de twin towers) meer hoop met de komst van Obama. Maar over het gehele Westen genomen geldt de bewustwording dat de globalisering met al haar effecten niet meer exclusief eigendom is van het Westen. Azië neemt het over. En in Europa geldt dan vooral de angst om een museum, een soort groot Venetië te worden – leuk om te bezoeken op je oude dag, maar geen middelpunt van creativiteit, elan en invloed. In Europa is de angst voor de ander en het andere groot geworden.
 
De benadering van Moïsi komt voort uit een combinatie van optimisme en de overtuiging dat de wereld moet en kan verbeteren. Zelf zoon van een overlevende van Auschwitz kent hij de gevoelens van tragiek maar ook de ‘drive’ om een opdracht te vervullen: bijdragen aan het denken over een wereld die angst en vernedering overstijgt; en bouwen aan een hoopvolle toekomst. Moïsi heeft met zijn studie De Geopolitiek van Emotie een zeer positieve bijdrage geleverd aan het denken over interculturele ontmoetingen, maar ook botsingen. Hij reikt hoopvolle gedachten aan voor de processen waarin elke cultuur zich bevindt: zijnde een fenomeen op zich maar vooral in een globaliserende wereld altijd verbonden aan andere culturen. 
De door Peter van den Boom geschreven recensie over De Geopolitiek van Emotie is verschenen bij managementboek september 2015.