De Universiteit; een leerschool in humanisering

De Universiteit; een leerschool in humanisering

Donald Loose presenteert in De Universiteit; een leerschool in humanisering een integratieve visie op de universitaire wereld die niet los staat van haar democratische context maar deze juist ook voedt. De universiteit is de bevoorrechte incarnatie van de plaats van de eeuwige dialoog.
 
Loose laat zich in De Universiteit; een leerschool in humanisering inspireren door Immanuel Kant die drie vragen stelt: wat kan ik kennen, wat moet ik doen en wat mag ik hopen? Zijn studie komt altijd op een juist moment omdat in universiteiten altijd discussies moeten plaats vinden. Basisvragen voor deze discussie: waar staat de universiteit voor en op welke gronden is zij succesvol?
 
Wat kan ik kennen?
Oorspronkelijk gaat het om scholing in het onderwerp menselijke waardigheid. Dus is allesomvattend inzicht in de aard der dingen nodig. Verkokerde en fragmentarische kennis in faculteiten plaatst echter blinkers op die ruime blik. En wat te zeggen van de ‘zesjes-mentaliteit’. Ook zijn machts- en marktfactoren sterk geworden. Ten slotte is de overheidsdruk op efficiency en zelfredzaamheid van de universiteit toegenomen. Kants uitroep ‘laat ons begaan’ is naar de achtergrond gedrongen.
 
Loose accentueert het belang van eindeloos doorvragen, twijfel zaaien en het vormende karakter van niet-weten. Uiteindelijk moet dat resulteren in een kritische geest die weet dat dé waarheid niet bestaat. Iemand die zijn verantwoordelijkheid en morele waarachtigheid leert versterken. Krachtig is zijn stellingname ‘een universiteit die haar humane wetenschappen niet serieus neemt, verdient niet langer de naam universiteit’.
 
De toegenomen technocratische sturing koerst op harde feiten en harde vakken. Daardoor komt het ideaalbeeld van de kritisch denkende die zich weet te oriënteren in de wereld met haar verschillende levenssferen onder druk. Nutsmaximalisatie, bureaucratie en rendementsdenken worden steeds meer een universitaire normaliteit. En niet de mens die een niet eindigende zoektocht inzet om in vrijheid tot zelfbepaling te komen. Dat is een nooit eindigend proces van menswording.
 
Wat moet ik doen?
Jezelf als mens begrijpen en in alle omstandigheden als doel in zich. Daartoe zijn frequente ontmoetingen en discussiemomenten tussen docenten en studenten van belang, zegt Loose. Kenmerkend daarbij is het nemen van verantwoordelijkheid als uitoefening van vrijheid.
 
Zoals empathie en tolerantie kernvoorwaarden zijn voor een democratische civil society, zijn ze dat ook voor een universiteit. Kernachtig is de uitspraak van Loose: een universiteit wordt niet geregeerd door managers, bureaucraten of bedrijfsleiders maar door haar eigen logica. En die eigen logica zal steeds weer centraal in het debat moeten staan in relatie tot actuele vraagstellingen.
 
De normatieve reconstructie van de universitaire logica in relatie tot die actuele vragen maar ook de ‘marktdruk’ is een permanente opgave. Deze marktdruk speelt handig de zwakte van in zichzelf besloten facultaire fragmentatie uit. Normatieve reconstructie is noodzakelijk om vervreemding te voorkomen. De strijd om éxcellence’ volgens scoringstabellen vertroebelt deze interactieve reconstructieprocessen.
 
Wat mag ik hopen?
Tot zo ver de kennisdomeinen en de redelijk te verantwoorden principes en normen waartoe een mens zich verplicht weet. Wat kan ik hopen: verwachtingen, dromen; welke utopieën op basis van je universitaire vorming. Het komt in het verdere leven (veelal verluchtigd tot media-spektakelmaatschappij) aan op waarden, beginselvastheid en principes, volgens Loose. De ware student zal steeds op zoek zijn naar zijn grenzen. Twijfel, verwondering en bewondering zijn sleutelbegrippen. Ontdek de meester in jezelf om bij te dragen aan je eigen en andermans geluk, luidt zijn boodschap.
 
De universiteit zal waakzaam moeten zijn voor verkrampt nationalisme en een allesoverheersende liberale marktideologie die ook nog eens de leefbaarheid van onze biotoop onder druk zet. Hopen op een betere wereld. Waar hoop ontbreekt krijgen macht en geweld de overhand.
Tot welke zinverlening leidt dit, vraagt Loose zich af in de laatste paragraaf. Immers als student verlaat je de universiteit zonder alles te weten. Maar dat geldt ook voor de wetenschapper. Zijn tragiek is het om te vroeg te sterven en niet alles geweten te hebben. En wat is dat weten als we niet weten of dat weten wel waarachtig weten is? Dan is het niet het wetend doorzien hoe de wereld in elkaar zit maar de zin verlenende verwondering dat er een wereld is.
 
Tot slot
Donald Loose ontwikkelt in De Universiteit; een leerschool in humanisering een ideale Bildung met studenten die ervoor gaan om zoektochten gewicht te bieden. Met docenten die de vorming van de student centraal stellen. Kennisaanbod is dan vooral zinvol als die passend is bij een mens die zichzelf begrijpt als een wezen dat besef en verantwoordelijkheid heeft om betekenissen te ontsluiten. Dat alles in een universiteit als incarnatie van de altijd voortgaande dialoog. Een sterk aan reflectie zettende studie die aanleiding kan zijn om mogelijk haperende dialogen weer aan te zwengelen. Waarbij men het met elkaar oneens mag zijn; dat is dé common sense in een universitaire wereld. 
 
De door Peter van den Boom geschreven recensie is op 3 juni 2016 geplaatst bij managementboek.