Tegen de stroom

Tegen de stroom

Laat een samenleving nooit op zijn beloop. Dat is de kernboodschap van Ernst Hirsch Ballin in het boek Tegen de stroom; over mensen en ideeën die hoop geven in benarde tijden. Aan de hand van vier levensverhalen presenteert hij een gezaghebbende visie op het koesteren van mensenrechten en de rechtstaat.
 
 De vier mensen die zeer scherp zagen dat de constitutionele beginselen van een rechtstaat werden geschonden zijn voor de hoogleraar Ernst Hirsch Ballin illustratief om waakzaam te zijn voor stromingen die ons bang maken voor diversiteit en hun eigen ideologie als superieur aanmerken. Deze praktijken van het wegzetten van andere groepen als inferieur kunnen leiden tot geweld en rechteloosheid. Hirsch Ballin is in het boek Tegen de stroom; over mensen en ideeën die hoop geven in benarde tijden scherp en krachtig in zijn argumentatie.
 
Tegenover intimidatie met gecreëerde vijandsbeelden en geweld plaatst Hirsch Ballin hoop op een rechtvaardige en veilige toekomst. Titus Brandsma, Lodewijk Ernst Visser, Anton de Kom en Thomas More hebben hun geloof in humaniteit en een betere wereld geuit onder erbarmelijke omstandigheden. Maar het zijn niet alleen maatschappelijke stromingen die de rechtstaat bedreigen. Economische drijfveren die de vrije marktwerking tot heilig verheffen, hebben de intentie van een contract veranderd in een controle-instrument. Het samen willen werken om kernwaarden te versterken die richting zouden moeten geven aan activiteiten tussen partijen is naar de achtergrond verdreven. Dat geldt ook in de landelijke politiek en ook in internationale overeenkomsten tussen staten.
 
Daarom moeten we op onze hoede zijn zoals de drager van hoop, de geestelijke Titus Brandsma, daarin een voorbeeld is geweest. Velen waren in de Tweede Wereldoorlog niet op hun hoede. Zij hadden de raciale verhevenheid van het Germaanse volk niet in de gaten. Anderen bleven onverschillig terwijl bevolkingsgroepen als Untermenschen werden weggezet. Veel individuen, beroepsgroepen en instanties werkten bereidwillig mee aan het ont-rechten van onze samenleving. Zij waren niet meer in verbinding met joodse medemensen en andere weggezette groepen. De wederzijdse erkenning van mens-in-relatie-met-medemens legde het af. Mensen die anders denken en zich anders opstellen werden niet langer als mede-persoon ervaren. Ernst Ballin haalt de Franse denker Levinas aan die niet voor niets de gelijkwaardige Ander met een hoofdletter schrijft.
 
Machtsongelijkheid, intimidatie en geweld doen kernwaarden en kerninstituties die humaniteit schragen verdwijnen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd het parlement uitgeschakeld. De onafhankelijke rechter die recht en moraal dient, werd opzij geschoven. Dat alles begint met een eerste stap op een hellend vlak, stelt Hirsch Ballin. Dus op onze hoede zijn en je laten horen als stromingen zich keren tegen welke onwelgevallige groep dan ook. Vrijheid, vrede en rechtvaardigheid voor een ieder moeten we hoog houden. En dat deed de joodse Nederlander Ernst Visser, president van de Hoge Raad tijdens de Tweede Oorlog.
 
Hirsch Ballin beschrijft ook hoe steeds weer het antisemitisme zijn kop opsteekt omdat het niet in zijn onheilspellende dynamiek wordt doorgrond. Meer dan honderdduizend Nederlandse joden zijn opgepakt, afgevoerd en vermoord omdat gelijke bescherming van de persoonlijke waardigheid door en voor het recht niet meer bestond. Daarbij gaat Hirsch Balling de actuele ontwikkelingen niet uit de weg. Ook nu zijn er stromingen die zich voeden met generalisaties om voor persoonlijke frustraties daders aan te wijzen. Deze frustratieneurose heeft een af te keuren groep nodig. Als je niet het vreemde in jezelf wilt accepteren, ben je steeds op zoek naar vreemde karakteristieken bij anderen die je dan kunt afkeuren en kleineren. Een mono-identiteit als enkelvoudige en als superieur verklaard onderscheidend kenmerk leidt in de historie steeds weer tot geweldsexplosies. Soms gebruikt men religie daarbij als legitimerende bron om geweld tegen die anderen te legitimeren.
 
We moeten ons dus verzetten en daar is Anton de Kom wel een zeer illustratief persoon in. Hij streed tegen de Nederlandse koloniale overheersing in Suriname. Én later in Nederland tegen de Duitse overheersing. Een mens kan nooit eigendom zijn van een ander, zegt Hirsch Ballin instemmend met De Kom. Het gaat om de elementaire rechten van de mens. De uitdaging in de eenentwintigste eeuw is dan ook een leven met anderen te leiden via niet uitsluitend vooraf uitgestippelde levenspaden. De rechten van de mens hebben vele gezichten omdat er zoveel mensen zijn met hun eigen gezicht en zicht op hun eigen existentie, concludeert Hirsch Ballin. Voor de immigrant geldt: aanvaarden van onze rechtstaat en aanvaard worden in je anders-zijn als twee kanten van een medaille. En voor ons als ontvangende mensen geldt dat je niet alleen de immigrant ziet maar ook hoe je jezelf ziet.
 
Iedereen is toch eens een immigrant geweest? Mogelijk kan dat besef ons helpen bij de gedachte dat de diepste essentie van de rechten van de mens altijd bestaan uit een onvervreemdbare, aan ieder persoon zonder onderscheid eigen waardigheid die we moeten respecteren. In die waardigheid zijn alle mensen gelijk, stelt Hirsch Ballin. Met Tegen de stroom; over mensen en ideeën die hoop geven in benarde tijden heeft deze rechtsgeleerde een toegankelijk boek bij Querido laten uitkomen dat voor een geïnteresseerd en waakzaam publiek is geschreven. 
 
Deze door Peter van den Boom geschreven recensie is 27 juni 2016 geplaatst op de site van managementboek.