De Betuwse bakkerszoon Jan Timmer uit Lienden werd begin jaren negentig als president directeur de redder van Philips. Na enig aandringen heeft hij nu zijn Philipsleven beschreven in Jan Timmer; die man van Philips. Het is niet alleen een feitelijke beschrijving van zijn Philipstijd maar ook een kritische reflectie op Philips. Hij schroomt niet oppositie te voeren tegen het beleid van zijn latere opvolgers. En hij laat zich zeer kritisch uit over het aandeelhoudersactivisme dat ook bij Philips steeds meer het beleid bepaalt.
In de eerste hoofdstukken van Jan Timmer; die man van Philips maken we kennis met de bescheiden provinciaal Jan Timmer. Geld voor een opleiding in hoger onderwijs was er thuis niet. Hij moest het hebben van zeer prettige coachende leidinggevenden die hem inwijdden in het Philips bestaan. De eerste voorzichtige stappen in de grote wereld op zijn 27ste, naar Ethiopië. Hij was in de picture gekomen in het systeem van beloftevolle medewerkers.
Een grote carrièrestap maakt Timmer als hij medio jaren zeventig general manager Zuid Afrika wordt. Bij zijn reflectie op het apartheid regime geeft hij aan dat in Nederland de verontwaardiging wat selectief is geweest want ook elders in de wereld was sprake van onderdrukking. Hij prijst Mandela’s grootheid in lovende bewoordingen. Tijdens een overleg met directeuren van nationale organisaties van Philips spreekt de toenmalige president van Philips hem aan om toe te treden tot de directie van Polygram.
Begin jaren negentig treedt de crisis in voor Philips en dat is nog zwak uitgedrukt. Het lot van de toenmalig president, Van der Klucht, werd bezegeld. “Turbulentie”, volgens Timmer, en “een overvloed aan persaandacht”. Timmer beschrijft hoe het proces van zelfreflectie in de Philips top plaats vindt en wat zijn rol daarin was als nieuwe president. Scherp op de inhoud maar niet op de mens. Dat was hard nodig want bij Philips was zelfgenoegzaamheid en een gebrek aan zelfkritiek groot. Philips was een naar binnen gekeerde organisatie die niet in de gaten had dat de wereld snel veranderde. Vijftien procent van de ruim driehonderdduizend mensen worden ontslagen. En vervolgens komt er onder leiding van Timmer een ‘turn around’ programma dat de ‘empowerment’ moet versterken. De voorzitter van de Raad van Toezicht uit zich negatief over een technolease constructie en dat betekende het einde van zijn positie.
Over de jaren na zijn vertrek is Jan Timmer kritisch over Philips. Dat laat hij bijvoorbeeld horen als het om de verhuizing van het hoofdkantoor naar Amsterdam gaat. Los je daarmee nu de Philips verzuiling tussen commercie en techniek op? Ook is Timmer kritisch ten opzichte van het opportunisme van het korte termijn geldbejag, steeds meer gedomineerd door Anlo-Amerikaanse durfkapitalisten. Het aandeelhoudersactivisme dwingt een ware management obsessie af met ‘next quarterly results’. Maar om een organisatie te laten ontwikkelen is een visie op de lange termijn met bijpassen investeringen in innovaties noodzakelijk.
Die ondernemersgeest mist Timmer bij de huidige Philips directie: niet gaan voor kansen maar voor problemen oplossen onder aandeelhoudersdruk. Hij signaleert een onbalans in de portfolio tussen consumenten- en professionele producten, laat zich zeer kritisch uit over de benadering van Philips Lighting en de high tech groep. Timmer wijst het kopen van eigen aandelen af want dat leidt tot daling van de koers-winstverhouding na een korte opleving die stroop is voor de aandeelhouders. Er heerst een afkeer van het ‘conglomerate model’, niet alleen bij Philips.
Bij de afsluiting maakt Timmer nog enkele algemene opmerkingen. De ambivalente gevoelens die hij overhield aan zijn NS commissariaat en het plezier dat hij beleefde aan het millennium platform. Het boek Jan Timmer; die man van Philips is interessant voor mensen die vanuit het perspectief van de president van Philips willen lezen over de zwaarste crisis die Philips ooit heeft meegemaakt. Naast dit binnenstaander perspectief is het nuttig nog eens de studie van Marcel Metze Korstsluiting (1991) te lezen. Over de landendirecteuren die in die tijd ware koningen waren, over hoe het Anton en Gerard syndroom werkte als commercie/techno syndroom, het marktgevecht met Japan en vooral wat vroegere presidenten nalieten. In die studie is Metze ook op basis van interviews zeer kritisch over Van de Klugt.
Ten slotte: natuurlijk komen we in Die man van Philips vele verhalen tegen (“wie verre reizen doet, kan veel verhalen”) over ontmoetingen van Timmer met de groten der aarde waaronder Mandela, Delors, Clinton. Jan Timmer had wat meer in zijn geheugen kunnen afdalen over de samenwerking met zijn voorzitter van de Raad van Toezicht, Boonstra.
De boekrecensie van Peter van den Boom is verschenen bij Managementboek op 13 april 2018.