Floris Cohen De herschepping van de wereld; het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen verklaard.

Floris Cohen De herschepping van de wereld; het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen verklaard.

Floris Cohen stelt zich de vraag hoe de moderne wetenschappen in de 17e eeuw in Europa konden ontstaan én voortbestaan. Het is een mirakel want het ‘normaal patroon’ laat zien dat na een relatief kort Gouden Tijdperk van wetenschapsbloei een steil verval inzet. In het begin van die 17e eeuw waren er nog nauwelijks vordering om de grillige natuur te doorgronden, mede door de remmende invloed van theologische leerstellingen. Nog geen honderd jaar later zijn de natuurwetenschappen een niet te remmen autonoom werkende discipline geworden die verwachtingen wil waarmaken. Binnen west Europa welteverstaan met de nadruk op Engeland, zo lezen we in De herschepping van de wereld; het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen verklaard. 
 
Floris Cohen brengt de lezer in volvoering met zijn analyses over het mirakel van het ontstaan en voortbestaan van de natuurwetenschappen in Europa. Er is niet één reden voor dit ontstaanssucces. Natuurlijk waren internationale contacten en de openstelling voor andere culturen met hun zienswijzen een noodzakelijke voorwaarde. Daardoor werd het mogelijk vertalingen te maken van onderzoeksresultaten van de Grieken naar het Arabisch, later naar het Latijn en daarna naar Renaissance Europa. Maar er was ook sprake van een intense nieuwsgierigheid, dynamiek in de samenlevingen met vrije reismogelijkheden, krachtig individualisme, vrijheid (ook en vooral voor filosofen), rusteloos zoeken, reflectieve zelfspot en een ontdekkende gerichtheid naar buiten.
 
En er ontwikkelde zich een politiek klimaat dat wetenschapsontwikkeling niet verbood en ook geen zelfcensuur bij de onderzoekers afdwong. Dat is op zich ook al een wonder terwijl theologisch gezien men vlijmscherp tegenover elkaar stond met godsdienstoorlogen tussen landen en vervolgingen binnen landen. Europa begon op verzoening en compromissen aan te koersen na de Vrede van Westfalen. Sociaal, economisch en politiek kon vooral noordwest Europa zich ontwikkelen. In Engeland en Frankrijk werden wetenschappelijke genootschappen opgericht onder auspiciën van de koningen. Wetenschapsontwikkeling werd een koninklijke kwestie (al was het maar om de resultaten bij oorlogsvoering te gebruiken) en niet een aan God verbonden gegevenheid. Mede daardoor kon wetenschap zich voortzetten. Waar sancties vanuit de theologische wereld werden verwacht, kon men zich handig beroepen op Christelijk waarden zoals de zielenheil. Geleidelijk aan is het religieuze domein door de wetenschap verlaten. Wetenschapsbeoefening werd steeds meer vanzelfsprekend met eigen autonome waarden. Dit alles tezamen was een voldoende voorwaarde om een snelle ontwikkeling en continuïteit van de natuurwetenschappen juist hier mogelijk te maken.
 
Deze revolutionaire start en continuïteit van de beoefening van wetenschap is nergens vertoond. Is daarmee de Europese cultuur in elk opzicht superieur? Nee, maar dan haal je er andere aspecten bij, stelt Cohen terecht. Alleen kijkend naar wetenschapsontwikkeling is het uniek wat hier heeft plaats gevonden. In het 17e-eeuwse Europa en blijvend daarna werden de theoretische en experimentele natuurkunde tezamen betrokken op de werkelijkheid. En binnen het spanningsveld van ‘wat zegt de Bijbel’ versus ‘wat kunnen we in wetenschappelijke termen ondernemen’ is men steeds meer tot het standpunt gekomen dat de Bijbel niet een leerboek is over kennis van de natuur. Een overlap tussen de beide sferen van theologie en wetenschap is er niet. Je kunt niet vanuit de Bijbel of vanuit welk heilig boek dan ook opleggen hoe de natuur in elkaar steekt. Het omgekeerde kan ook niet; vanuit de natuurwetenschappen de geloofsdogma’s in overeenstemming te brengen met natuurwetenschap. Na de schepping van de wereld met de oerknal is de wereld in 17-eeuws Europa herschapen. En daarmee verklaart Cohen het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen in Europa.
 
Dat is elders niet gelukt. De Chinese wetenschapsbeoefening bleef na een bloeiperiode in kringetjes ronddraaien. Er kwam geen nieuw, van buitenaf denken bij ter aanvulling zodat een transformatie met nieuw ontwikkelingspotentieel niet kon ontstaan. Verval trad spoedig in. Ook in de Europese middeleeuwen traden bloei en verval op doordat men alleen wilde voortbouwen op een lichte versie van Aristoteles. Die zou niet zo botsen met de Christelijke leer. Dus vooral door de theologische inperking van de wetenschappen in één denkstelsel ontwikkelden de natuurwetenschappen zich toen in Europa niet.
 
Natuurwetenschappen ontwikkelden zich voorspoedig in de Islambeschaving. Tijdens de bloeiperiode waren de kansen volop aanwezig. Maar het latere onderscheid tussen ‘Arabische kennis’ (gebaseerd op de Koran en overleveringen) en ‘uitheemse kennis’ was desastreus omdat daarmee vernieuwing van buiten (als overbodig verklaard) werd gestopt. De opbrengsten van de Griekse natuurkennis werden daardoor niet toegankelijk (wel die van de filosofie). De Islambeschaving keerde zich naar binnen na enkele invasies en werd een benauwde, starre en gesloten samenleving, aldus Cohen. Alleen spirituele waarden golden nog. Je bederft de jeugd als je hen in aanraking laat komen met natuurwetenschap die afleidt van de studie van de heilige boeken. Verval in natuurwetenschappen trad op rond 1050. En dat had ook kunnen plaats vinden in het 17-eeuwse Europa. Er was immers geen innerlijke noodzaak om tot bloei te komen.
 
Floris Cohen is een prominent wetenschapshistoricus in de vergelijkende geschiedenis van de natuurwetenschap. Voor vakgenoten schrijft hij boeken met vele honderden pagina’s over zijn thema’s. De herschepping van de wereld; het ontstaan van de moderne natuurwetenschappen verklaard is een interessant boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de kernvragen hoe de moderne wetenschappen in de 17e eeuw juist in Europa konden ontstaan én voortbestaan. Het verbijsterende antwoord luidt: er was geen innerlijke noodzakelijkheid dat het hier moest plaats vinden. De West-Europese cultuur waarin sociale, politieke, economische en religieuze omstandigheden in een mix een plaats kregen, waren positief en versterkten elkaar hier zodat wetenschap tot bloei kwam.
Mijn recensie is geplaatst bij managementboek in de vierde week van november 2017.